Crtb Ac4012 Derennes YannickCrtb Ac4012 Derennes Yannick
©Crtb Ac4012 Derennes Yannick|Derennes Yannick

Zij zijn zeker de draad niet kwijt!

Wanneer de kunstenaressen de draad oppakken

1. De meest internationale Bretonse styliste

Nolwenn Faligot

De hechte draad tussen het buitenland en haar geboortestreek de Finistère heeft voor Nolwenn Faligot altijd bestaan. Ze is 34 jaar oud, komt uit Brest en heeft in Londen aan de meest prestigieuze modescholen gestudeerd. In haar kleine atelier in Dirinon draait alles om ecodesign. Haar tijdloze collecties worden in beperkte oplage vervaardigd.

Hoe ben je styliste geworden?

Toen ik elf was, wist ik al dat ik in de modewereld wilde werken. Als 7-jarige werd ik net als mijn zusje lid van de cercle celtique en was ik gefascineerd door de Bigouden klederdracht. Daarnaast heb ik ouders die erg openstaan voor de wereld en die mij altijd hebben gesteund in mijn keuzes. Ik was nog erg jong toen ik begon met reizen. Na m’n eindexamen met optie beeldende vormgeving in Brest, vertrok ik naar Londen. De London College of Fashion en Central Saint Martins waren voor mij een logische keuze. Ik weet nog dat de leraren ons echt in het diepe gooiden om te zien of we konden zwemmen maar dat vormt het karakter. De Engelsen zeggen: “Where there’s a will, there’s a way.” Dat is mijn motto geworden.

Waarom heb je Bretagne gekozen voor je merk?

Na zeven jaar in Londen, een stage in Japan en drie jaar in Slowakije als artistiek directrice van een duurzaam luxemerk, was terugkeren naar Bretagne eigenlijk vanzelfsprekend. De identiteit van mijn merk is Bretons, de Bigouden klederdracht en de traditionele schipperskleding voor heren zijn mijn inspiratie. Dat ik mijn atelier in Bretagne zou opzetten, was dus overduidelijk. Vanaf het begin had ik een nauwkeurig beeld van wat ik wilde doen: tijdloze en comfortabele kleding ontwerpen, zo eerlijk en oprecht mogelijk, in de streek die me zo na aan het hart ligt.

Hoe ben je begonnen?

Ik ben eerst op zoek gegaan naar Europese stoffen. Ik heb veel tijd gestoken in deze fase. Vervolgens heb ik contact opgenomen met Armor Lux om te vragen of ze een overschot aan stoffen hadden voor recycling en ik heb hen weten te overtuigen van mijn kijk op de mode. Sindsdien heb ik een aantal collecties voor hen ontworpen. Mijn tweede regel is kleding te ontwerpen die tijdloos is en niet onderhevig aan trends. Ik vind mijn inspiratie in de Japanse visie: comfort gaat voor modieus. Ik werk erg graag met linnen, een levende stof die doet wat hij wil. Dat komt goed overeen met het Bretonse karakter. En verder hebben linnen en Bretagne een hechte band.

2. Moderne breister

Mona-Louise Gillet

Rizom is het merk van Mona-Louise Gillet. Deze 29-jarige kunstenares is gevestigd in het zuiden van de Côtes-d’Armor, in Bon-Repos-sur-Blavet, en creëert lampen en kussens met behulp van een oude breimachine en nauwkeurig uitgekozen of gerecyclede materialen.

Waar komt die interesse voor wol en garen vandaan?

Ik heb mijn moeder altijd zien breien en naaien. Mijn hele familie is behoorlijk kunstzinnig. Ik ben geloof ik altijd al gek geweest op stoffen en volumes… Ik heb eerst architectuur gestudeerd aan École Boulle in Parijs. Na deze zeer veeleisende opleiding ging ik naar Angers waar ik traditioneel weven heb geleerd. Ik ontdekte de textiel en was verkocht. Mijn merk Rizom is een combinatie van alles wat ik geleerd heb en het resultaat is een collectie woonaccessoires. De stof die ik creëer vindt zijn inspiratie in de “rizoom” of wortelstok en is een netwerk van gekruiste en geweven draden.  Rizom weerspiegelt mijn passie voor wol en garen maar ook voor de band die ik heb kunnen scheppen met andere lokale ambachtslieden in deze landelijke streek.

Hoe kies je je materialen uit?

Ik ben begonnen met mijn atelier tijdens de lockdown, toen iedereen het had over het schandaal van de fast fashion… Een milieuvriendelijke en duurzame aanpak was voor mij vanzelfsprekend. Ik werk samen met wolproducenten uit Bretagne en mijn linnen komt uit Normandië. Daarnaast probeer ik zoveel mogelijk overvoorraad van goede kwaliteit op te kopen. Ik werk graag met linnen, een soepele en sterk stof, maar ook met wol. Elk materiaal heeft zijn kwaliteiten!

Welke machine gebruik je voor het maken van je kussens en lampen?

Tijdens mijn studie in Angers ontdekte ik een breimachine uit de jaren 70 die een beetje verloren in een hoekje stond. De machine intrigeerde me en ik heb geleerd om hiermee te breien. Mechaniek en kennis combineren, beter kan het niet! Van het een kwam het ander en via andere ambachtslieden heb ik nog twee andere machines kunnen bemachtigen. Deze breimachines zijn geweldig. Ik kan er zeer los op breien voor mijn linnen lampen maar ook vastgebreide lappen produceren voor de wollen kussens. Maar aangezien mijn materiaalvoorraad vooral afhankelijk is van de beschikbare overvoorraad, zijn al mijn artikelen slechts in beperkte oplage verkrijgbaar…

3. Een buitengewone borduurster

Françoise Kerjose

Na twintig jaar in supermarktwereld te hebben gewerkt, was het tijd voor Françoise Kerjose terug te keren naar haar eerste liefde: textiel. Deze 56-jarige vrouw uit Quimper heeft al talloze carrières achter de rug. In haar atelier in Plobannalec-Lesconil voegt ze een vleugje moderniteit toe aan het traditionele Bretonse borduurwerk met haar merk Atelier Boem.

 

Waar komt die interesse voor borduurwerk vandaan?

Borduren zit in de familie en ik heb altijd een passie gehad voor textiel. Met mijn oma schilderde ik op zijde. Maar aangezien ik uit een boerengezin kwam, moest ik een “echt vak” leren en heb ik mijn liefde voor naaiwerk en textiel lange tijd in de ijskast gezet. Tot de dag dat ik Gildas Le Minor ontmoette, van het gelijknamige merk. Ik had onmiddellijk de smaak voor hoogwaardig textiel weer te pakken. Na enkele jaren met hem samen te hebben gewerkt, was het tijd woontextiel van mijn eigen merk te creëren: Atelier Boem.

Hoe is Atelier Boem ontstaan?

Boem is een Bretons woord dat vore (een geploegde groef), charme, verwondering betekent. Ik wist dat ik het erfgoed van het Bretonse borduurwerk door middel van textiel wilde overdragen om zo ook de kunstenaars in onze streek in de schijnwerpers te zetten en weer aansluiting te zoeken bij de kennis en de hoogwaardige Bretonse stoffen: linnen, vilt van wol… Ik heb de Cornely-borduurmachine ontdekt, een oud model uit 1863 waarmee je kettingsteken kunt borduren. Echt geweldig om reliëf en kracht aan de draad te geven en de op de stof getekende motieven goed uit te laten komen. Ik ben begonnen met onderzetters en heb daarna een geweldige collectie woontextiel ontwikkeld. Als kunstliefhebster volg ik de opkomende Bretonse artiesten op de voet en probeer ik voor mijn creaties traditionele kennis en avant-gardisme te combineren.

Wat is je meest recente creatie?

Met Nolwenn Faligot hebben we zijden sjaaltjes gecreëerd, geïnspireerd op de borduursels in de Bigouden klederdracht. De naam van de collectie: Goenvic, een beroemde Bigouden borduurder uit de jaren 1920. Ik vind deze collectie echt fantastisch want Nolwenn en ik delen dezelfde visie: hoogwaardige artikelen vervaardigen waarbij traditie en moderniteit verweven worden.

4. Een ambachtsvrouw-designer aan zee

Violaine Buet

Na een studie in menswetenschappen en een diploma in industrieel ontwerp, reist Violaine Buet van de Finistère naar India om daar de traditionele vervaardiging van textiel te leren. Deze ervaring transformeert Violaine compleet. Terug in Bretagne besluit ze zich volledig te richten op algen en zet de Manufacture des Algues, in Gâvres (Morbihan).

Waarom heb je ervoor gekozen om met algen te werken?

Ik ben opgegroeid op de rotsen van Glénan, in de Finistère. Deze duurzame grondstof voor mijn deur was daarom een logische keuze voor mij. En als designer stel ik mezelf altijd de vraag: hoe kan ik creëren zonder impact op het milieu? Onze wereld wordt gedomineerd door techniek en technologie, we zijn die link met de aarde verloren. Werken met een levend materiaal en met mijn handen is een manier van verankering. Ik laat me leiden door mijn lichaam en de grondstof.  Algen zijn erg boeiend, wild en toch zeer gestructureerd. En als je door iets geraakt wordt, wil je er ook graag voor zorgen…

Kun je vertellen hoe jij je pad hebt gekozen?

Na mijn opleiding in een atelier in India, heb ik een studie textieldesign gedaan bij de École Nationale Supérieure des Arts Décoratifs waar ik compleet de vrije hand kreeg. Ik heb daar veel met norivellen gewerkt (de zeewiervellen die men gebruikt voor maki). Deze opleiding in combinatie met een terugkeer naar mijn Bretonse roots, hebben me gemotiveerd met deze levende grondstof te werken. Daarna heb ik een master gehaald in design voor duurzame innovatie en het onderwerp van mijn scriptie was: “Van een ambachtelijke verrichting om de omgeving vorm te geven, naar een ontwerp dat zich richt op de levende wezens.”

En welke techniek gebruik je om met deze levende grondstof te werken?

Ik gebruik een weefgetouw waarop ik algen met linnen vermeng. Ik heb met een team van onderzoekers samengewerkt om de algen natuurlijk te kleuren. Wat er met algen op gebied van esthetiek en techniek bereikt kan worden, is eindeloos. Dit is een materiaal dat gebruikt kan worden in de scenografie, in de haute-couture, voor het ontwerpen van voorwerpen, decoratie…. Een leuk voorbeeld: de kostuums in één van de Marvel-films werden van algen gemaakt.

In haar atelier hangen algen in verschillende stadia; geweven, gekleurd of onbehandeld. De ambachtsvrouw-designer heeft een uniek universum gecreëerd, exposeerde in New York, Tel-Aviv en heeft een permanente collectie in het kunstmuseum van Philadelphia.