De verspreiding van groene algen begon in Bretagne in de jaren 1970. Dit complexe verschijnsel is afhankelijk van talrijke parameters (zonneschijn, temperatuur, regenval, getijden, stormen, zeestromingen, enz.
Zo kan bijvoorbeeld hevige regenval in de lente het transport van voedingsstoffen naar rivieren en de zee bevorderen, wat resulteert in een groene vloed in gebieden waar algen niet woekerden in het drogere voorgaande jaar. Omgekeerd kunnen zware winterstormen de algen die in de herfst zijn achtergebleven verspreiden en hun ontwikkeling in het volgende jaar vertragen. Hetzelfde geldt als het einde van de winter koud en zonnig is. Dit was het geval in 2018, wat resulteerde in een aanzienlijke vertraging in de groei van algen en vooral late strandingen.
Het is daarom onmogelijk om te voorspellen of een strand dat de ene zomer is getroffen, het volgende seizoen opnieuw zal worden getroffen. Aan de hand van historische gegevens kunnen we echter wel de plekken identificeren die het gunstigst zijn voor de ontwikkeling van zeewier. Er zijn acht baaien waar zich sinds 1998 elk jaar groene getijden hebben voorgedaan, die sterk in omvang variëren: de baaien van Saint-Brieuc, Douarnenez, la Forêt en la Fresnaye, la Grève de Saint Michel en de inhammen van Locquirec, l’Horn-Guillec en Guisseny. Er moet echter worden opgemerkt dat de hoeveelheid gestrand zeewier de afgelopen jaren over het geheel genomen is afgenomen. Dit fenomeen is vooral zichtbaar in de baai van Lieue de Grève, vlakbij Lannion.
(Bron: Schéma Directeur d’Aménagement et de Gestion des Eaux du Bassin Loire-Bretagne 2010-2015)